Als je een mijlpaal bereikt, geef je jezelf dan trots een schouderklopje of denk je: “Dat was puur geluk!” of “Dit project is alleen maar gelukt omdat ik er oneindig veel uren in heb gestoken”. Als de laatste twee gedachten je bekend voorkomen, dan heten we je graag welkom bij de ‘oplichterssyndroom-club’.
Psychologen Suzanne Imes en Pauline Rose Clance deden in 1978 voor het eerst onderzoek naar het oplichterssyndroom fenomeen (ook wel het imposter syndroom genoemd). Ze trokken de conclusie dat het toeschrijven van je successen aan externe factoren zoals toeval of je netwerk – in plaats van vermogen en talent – veel voorkwam bij vrouwen die hoog presteerden.
Maar nu, 40 jaar later, heeft onderzoek aangetoond dat ongeveer 70 procent van de bevolking, zowel mannen als vrouwen, last heeft van ‘oplichter-gevoelens’.
Waar komen deze gevoelens precies vandaan? Waarom denken zoveel mensen dat ze de boel oplichten in hun professionele leven? Om hierachter te komen, gaan we je meer over het fenomeen oplichterssyndroom uitleggen. We willen nog niet te veel verklappen, maar dit syndroom kan ook voordelen hebben. Ja echt!
Wat is het oplichterssyndroom en wat voor invloed kan het hebben op je werk?
We weten dus dat mensen met het oplichterssyndroom hun successen toeschrijven aan externe factoren, in plaats van aan hun talenten, doorzettingsvermogen en wilskracht. Hierdoor ontstaat er een constant gevoel van onzekerheid en angst om ‘ontdekt te worden’. Deze mensen denken dat het overduidelijk is dat ze iedereen voorliegen en dat het slechts een kwestie van tijd is voordat iedereen dit doorheeft.
Het oplichterssyndroom kan veel gebieden van je leven beïnvloeden, maar voor veel mensen heeft het vooral invloed op hun werk. Bij elk nieuw project wordt hetzelfde ongezonde patroon opnieuw in gang gezet. Volgens Pauline Rose Clance, ziet dit patroon er ongeveer zo uit:
- Taak
Je krijgt een (uitdagende) werkopdracht. - Emotionele reactie
Je maakt je zorgen en wordt steeds angstiger. - Actie
- Je zet alles op alles en besteedt extra veel tijd aan de opdracht, of;
- Je blijft de opdracht uitstellen omdat je verlamd bent van angst… waardoor je, als de deadline dichterbij komt, extra veel werk moet doen.
- Positief resultaat
Nadat je positieve feedback en welverdiende complimenten hebt gekregen, schrijf je dit resultaat ten onrechte toe aan puur geluk of het feit dat je veel te veel tijd hebt besteed aan de voorbereiding. - Bevestiging van je eerdere overtuigingen
Voilá! Je hebt een reden gevonden die bevestigt dat je inderdaad niet goed genoeg bent.
Waardoor wordt het oplichterssyndroom veroorzaakt en waarom komt het zo vaak voor?
Het oplichterssyndroom staat niet in de DSM (de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders), maar wordt wel erkend als een echt ‘psychologisch syndroom’ door de APA (de American Psychological Association). Er is helaas (nog) geen manier gevonden om erachter te komen wat de oorzaak is van dit syndroom. Psychologen hebben verschillende factoren gevonden waarmee het imposter syndroom in verband kan worden gebracht. Maar om in psychologie jargon te praten, is dit slechts een associatie, geen causaliteit.
Laten we eens kijken naar een aantal factoren die kunnen verklaren waarom nog steeds zoveel mensen hieraan lijden:
Opvoedingsstijlen & persoonlijkheidskenmerken
Volgens psychologe Suzanne Imes is opvoeding een belangrijke factor in het ontwikkelen van het oplichterssyndroom. Iemand die constant een combinatie van complimentjes en kritiek krijgt van zijn/haar ouders heeft een hogere kans om dit syndroom te ontwikkelen. Klinkt logisch – als je de hele tijd tegenstrijdige berichten over je prestaties krijgt, ga je vanzelfsprekend twijfelen of je wel goed genoeg bent. Hiernaast worden persoonlijkheidskenmerken zoals neuroticisme en perfectionisme ook in verband gebracht met het oplichterssyndroom.
Social media
Social media bieden allerlei handige platforms om in contact te blijven met vrienden (vooral tijdens deze pandemie!) en om op de hoogte te blijven van wat er in de wereld gebeurt. Maar TikTok, Instagram en andere apps maken het ook veel makkelijker om jezelf voortdurend met anderen te vergelijken. Vroeger vergeleek je jezelf misschien met de mensen uit je eigen omgeving. Nu kun je jezelf met mensen over de hele wereld vergelijken.
“We vergelijken onszelf met familieleden, vrienden, studiegenoten, collega’s en buren, daar is niet aan te ontkomen” schrijft psychiater Dr. Ifeanyi Olele. “Maar naast het vergelijken van jezelf met mensen in je omgeving, school en/of baan, hebben we nu toegang tot social media zoals Facebook, Instagram en LinkedIn waar ieders prestaties en overwinningen worden tentoongesteld aan de hele wereld.”
Je ziet meestal alleen de gelukkigste momenten van anderen op social media. Hierdoor is het niet gek dat het voor velen voelt alsof ze de wereld oplichten tussen al die perfecte, succesvolle en mooie mensen om hun heen.
De gig economy
Boomers hebben, vergeleken met millennials, minder banen gehad in hun leven. Millennials maken deel uit van een generatie die veel vaker wisselt van baan. Omdat ze vaak verhuizen en een nieuwe baan starten, zijn ze constant bezig zichzelf te bewijzen – wat oplichter-gevoelens kan opwekken of verergeren.
De positieve kant van het oplichterssyndroom
Het is behoorlijk vermoeiend als je constant bang bent ‘ontmaskerd’ te worden. We hebben allemaal wel genoeg dingen om ons druk over te maken. Als je bang bent door de mand te vallen word je angstiger, ben je minder productief en eist dat zijn tol op je mentale gezondheid, wat kan leiden tot ongezonde gewoontes zoals uitstelgedrag.
Pff heftig. Maar betekent dit dat alle mensen die aan het oplichterssyndroom lijden de pineut zijn? Gelukkig niet…
Het internet staat vol met tips over hoe je met het imposter syndroom om kunt gaan. Vreneli Stadelmaier, dé imposter syndroom expert van Nederland, legt in haar boek “F*ck die onzekerheid” uit wat het syndroom is en wat de symptomen en gevolgen zijn. Stadelmaier zegt bijvoorbeeld dat het belangrijk is om deze gevoelens niet voor je te houden, maar om er juist over te praten. Zo kom je erachter dat je niet de enige bent die zich zo voelt, maar dat er echt veel meer mensen zijn die ook denken de boel op te lichten.
Er zijn dus allerlei manieren om met de gevolgen om te gaan. Maar wist je dat het oplichterssyndroom zelfs voordelen kan hebben?
Een recente studie van Basima Tewfik, een assistent professor aan het MIT, toonde die voordelen aan. In haar eerste onderzoek had ze deelnemers in twee groepen verdeeld, waarvan één groep aan het oplichterssyndroom leed.
Beide groepen kregen de opdracht om een patiënt te ontmoeten en een diagnose te stellen. De twee groepen presteerden verrassend genoeg even goed. Sterker nog, de zogenaamde ‘oplichter-deelnemers’ werden door de patiënten beoordeeld als mensen met betere interpersoonlijke vaardigheden. In een vervolgstudie van Tewfik, kreeg de groep met het oplichterssyndroom zelfs betere prestatiebeoordelingen dan de groep zonder het syndroom.
Dr. Chloe Carmichael, een klinisch psycholoog in New York en auteur van het nieuwe boek ‘Nervous Energy’, legt uit waarom mensen met het imposter syndroom wellicht beter presteren dan hun collega’s. “Als je constant bang bent om door de mand te vallen en je hierdoor hard werkt aan het verbeteren van je professionele vaardigheden”, vertelt ze aan Lemonade, “zou het resultaat kunnen zijn dat je uiteindelijk beter gekwalificeerd bent dankzij de obsessieve drang om jezelf te verbeteren.”
Maar het is en blijft natuurlijk een kwestie van de juiste balans vinden. Als je te obsessief bezig bent jezelf te verbeteren kan dit tot een burn-out leiden. Maar met de juiste aanpak is het gelukkig mogelijk om het positieve uit het syndroom te halen.
In zijn recente boek Think Again, beschrijft Adam Grant de drie belangrijkste voordelen van het imposter syndroom.
- Motivatie om harder te werken dan anderen
Als je hebt besloten helemaal voor een taak te gaan, maar twijfelt of je wel genoeg vaardigheden en talent hebt, zal je waarschijnlijk gemotiveerd zijn om echt 110% te geven. Houd er wel rekening mee dat dit je extra gevoelig maakt voor stress en de kans op een burn-out verhoogt.
- Openstaan voor nieuwe strategieën
Als je niet overtuigd bent dat jouw manier de manier is, sta je meer open voor suggesties van anderen om je heen. Dit kan leiden tot een productieve verandering van de manier waarop je werkt.
- Een betere leerling
Iemand met het imposter syndroom denk vaak (onterecht) dat ze te weinig kennis hebben. Het kan voordelig zijn om dit te denken omdat je dan op zoek gaat naar input en advies van anderen. Dit geeft je juist meer kennis en ervaring en maak je een nieuwsgierige en betere leerling.
Grant zegt ook dat het imposter syndroom voordelig kan zijn als je je gedachtegang een beetje aanpast (waardoor je de zogenaamde ‘sweet spot of confidence bereikt, aldus Grant). Probeer in plaats van te denken dat je niet in staat bent om iets te doen, te denken dat je die vaardigheden nog niet bezit.
Hoe zit het met mensen die nooit aan zichzelf twijfelen?
Het is vaak beter om aan het oplichterssyndroom te lijden dan aan het omgekeerde – Grant noemt dit het ‘Armchair Quarterback Syndrome’. Dit syndroom houdt in dat je zelfvertrouwen hoger is dan je werkelijke competentie. Het ‘mansplaining’ fenomeen past bijvoorbeeld in deze categorie.
Zoals Grant uitlegt, bestaat er een ook theorie waarin mensen die niet veel over een bepaald onderwerp weten, denken dat ze er juist heel veel over weten. “Wat nu bekend staat als het Dunning-Kruger effect,” schrijft hij, “is dat mensen juist extra veel zelfvertrouwen hebben in zichzelf, terwijl ze de benodigde vaardigheden missen”.
Dus relax als je soms (of altijd) last hebt van het imposter syndroom – het is beter dan sommige andere alternatieven! Zolang deze gedachten en twijfels je niet volledig verlammen, is er een positieve kant. Het kan je zelfs alert houden!